X

Pixabay

Boulogne haalt het na 6 jaar tegen Partouche

Na zes jaar procedures en juridische wendingen kent het dossier van het casino van Boulogne-sur-Mer eindelijk zijn ontknoping. De Raad van State, de hoogste Franse administratieve rechtsinstantie, heeft geoordeeld: de stad krijgt gelijk tegenover de groep Partouche. 

De oorsprong van een oud conflict

Gedurende drieëndertig jaar werd het casino van Boulogne-sur-Mer uitgebaat door de groep Partouche. Deze langdurige samenwerking vond plaats in het kader van een delegatie van openbare dienstverlening, die periodiek door de gemeente werd vernieuwd. Maar in 2019, bij het aflopen van het contract, kiest de stad voor een andere koers. Na een aanbesteding wordt de concessie toegekend aan een concurrent, de Belgische groep Golden Palace, voor een looptijd tot 2031. 

Deze keuze betekent een duidelijke breuk met de historische exploitant. Voor Partouche Immobilier, het bedrijf dat eigenaar is van het gebouw waarin het casino is gevestigd en dat houder is van een huurovereenkomst tot 2035, heeft de beslissing zware gevolgen. Het bedrijf meent een aanzienlijk economisch nadeel te lijden en beslist de zaak voor de administratieve rechter te brengen. 

De door Partouche Immobilier opgestarte procedure heeft meerdere doelstellingen. Eerst en vooral de nietigverklaring van de beslissing van de gemeenteraad waarbij de beëindiging van de overeenkomst voor tijdelijk gebruik van het openbaar domein werd vastgesteld. Daarnaast eist het bedrijf een aanzienlijke schadevergoeding. De groep vraagt bijna 13 miljoen euro en beroept zich op een economisch verlies als gevolg van het voortijdig stopzetten van de exploitatie. 

Achter deze bedragen schuilt een centrale vraag: die naar de juridische aard van het casinogebouw. Gaat het om een goed dat toebehoort aan de private exploitant, of om een zogenaamd “terugkeergoed” dat aan het einde van het contract opnieuw eigendom wordt van de overheid? Deze vraag staat jarenlang centraal in het debat. 

Een eerste beslissing, gevolgd door een juridische escalatie

Op 6 juli 2021 doet de administratieve rechtbank van Rijsel een eerste uitspraak. Zij erkent gedeeltelijk de argumenten van Partouche Immobilier en veroordeelt de stad Boulogne-sur-Mer tot het betalen van 1,9 miljoen euro. Dit bedrag stemt overeen met de boekhoudkundige restwaarde van het goed, een principe dat wordt toegepast wanneer dit type contract voortijdig wordt beëindigd. 

Op dat moment staat de burgemeester van Boulogne-sur-Mer, Frédéric Cuvillier, achter deze raming. Maar voor de groep Partouche is deze beslissing verre van bevredigend. Het bedrijf gaat in beroep en verhoogt zijn eisen aanzienlijk. 

Voor het administratief hof van beroep van Douai vordert de casinogroep nu bijna 20 miljoen euro. Deze berekening omvat niet alleen de gederfde inkomsten door het verlies van de exploitatie, maar ook de huurgelden die de stad ontvangt in het kader van het nieuwe contract met Golden Palace. 

Het beslissende keerpunt van 2025

2 april 2025 vormt een belangrijk keerpunt in dit dossier. Het administratief hof van beroep van Douai verwerpt alle verzoeken van Partouche Immobilier. Een duidelijke beslissing die het standpunt van de gemeente bevestigt en de financiële eisen van de groep ongeldig verklaart. 

Omdat het bedrijf zich daar niet bij neerlegt, overweegt Partouche vervolgens een cassatieberoep. De zaak komt zo voor de Raad van State, het laatste mogelijke rechtsmiddel binnen de administratieve rechtsorde. De vraag is eenvoudig maar doorslaggevend: zal de hoogste rechtsinstantie het dossier opnieuw onderzoeken? 

Het antwoord volgt deze donderdag. De Raad van State verwerpt het cassatieberoep. Met deze beslissing bevestigt hij impliciet het arrest van Douai en komt er een einde aan de procedure. 

Opluchting bij het stadsbestuur

Voor de stad Boulogne-sur-Mer betekent deze beslissing het einde van een langdurig en kostelijk geschil, zowel financieel als politiek. In een persbericht verbergt burgemeester Frédéric Cuvillier zijn opluchting niet en benadrukt hij het juridische belang van het arrest. 

Deze erkenning van het publieke karakter van het gebouw is essentieel. Ze betekent dat de stad het recht had om het gebruik van het casino opnieuw op te nemen en de exploitatie toe te vertrouwen aan een nieuwe operator. 

De beslissing van de Raad van State in het dossier van Boulogne sluit aan bij een andere zaak waarbij eveneens de groep Partouche betrokken is: die van het casino van Berck. Hoewel beide dossiers vaak met elkaar worden vergeleken, steunen ze op verschillende juridische grondslagen. 

In Boulogne-sur-Mer draaide het geschil hoofdzakelijk om de beëindiging van de huurovereenkomst en de economische gevolgen daarvan. In Berck gaat het geschil rechtstreeks over de eigendom van het gebouw. Ook daar heeft de Raad van State zich uitgesproken, op 17 juli, in het voordeel van de gemeente. De hoogste rechtsinstantie oordeelde dat het gebouw een terugkeergoed is en vanaf 1 januari 2026 eigendom moet worden van de stad. 

In tegenstelling tot het dossier van Boulogne is de zaak in Berck echter nog niet volledig afgesloten. De vennootschap Partouche heeft een procedure in kort geding aangespannen, wat tot gevolg heeft dat notariële handelingen worden opgeschort in afwachting van een nieuwe gerechtelijke beslissing. 

Caroline: Caroline is gespecialiseerd in de casino-industrie, waar ze diepgaande kennis van de Franse kansspelsector combineert met een passie voor digitale innovaties. Ze onderzoekt de veranderingen die een revolutie teweegbrengen in deze sector, van de integratie van kunstmatige intelligentie in gebruikerservaring en data-analyse tot blockchain-technologieën die de veiligheid en transparantie van transacties vergroten. Nieuwsgierig en toegewijd is ze vooral geïnteresseerd in verantwoorde speloplossingen en nieuwe regelgeving, waarbij ze uiteenlopende onderwerpen behandelt als de bescherming van spelers, het beheersen van risicovol gedrag en het belang van ethische praktijken. Dankzij haar diepgaande en toegankelijke artikelen stelt Caroline lezers in staat de trends, innovaties en uitdagingen van een voortdurend veranderende industrie beter te begrijpen. Het zorgt ervoor dat nieuwe technologieën worden gedemystificeerd en dat er een verband wordt gelegd tussen technische vooruitgang en de concrete implicaties daarvan voor spelers en exploitanten. Zijn doel? Bied een geïnformeerde en evenwichtige visie op een sector in volle transitie, tussen traditie en moderniteit, en draag tegelijkertijd bij aan een dialoog rond meer verantwoord en veilig gamen.
Related Post