De verplichte heffing (“mandatory levy”) in het Verenigd Koninkrijk heeft als doel de preventie en behandeling van gokproblemen te versterken. Grainne Hurst, CEO van het BGC, waarschuwt voor het risico dat de middelen gericht worden ingezet op een manier die de spelers benadeelt.
Tijdens een interview met iGB deelde Grainne Hurst, de CEO van de Betting and Gaming Council (BGC), haar mening over de “Mandatory Levy”, deze nieuwe verplichte bijdrage opgelegd aan vergunde operatoren.
Historiek en oorspronkelijke doelstellingen van de mandatory levy
De mandatory levy is een verplichte bijdrage voor vergunde operatoren, ingevoerd dit jaar naar aanleiding van de aanbevelingen in het white paper van 2023. Het verklaarde doel is een stabiele en substantiële financiering te garanderen voor onderzoek, educatie en behandeling van gokgerelateerde problemen.
Tot nu toe steunde de financiering van deze initiatieven op vrijwillige bijdragen vanuit de sector. Het nieuwe systeem centraliseert deze middelen onder toezicht van de autoriteiten, met de ambitie om de programma’s te standaardiseren en hun reikwijdte te vergroten.
Op papier lijkt deze evolutie positief:
- Gegarandeerde financiële middelen om de schadelijke effecten te bestrijden.
- Nationale coördinatie om acties te harmoniseren.
- Een antwoord op de kritiek dat de sector te weinig of te ongelijkmatig bijdroeg.
De bezorgdheden van Grainne Hurst: verlies van controle en het risico van een anti-gokagenda
Grainne Hurst verwelkomt het principe met voorzichtigheid, maar wijst op twee grote gevaren.
Verkeerd gerichte middelen
Ze vreest dat deze middelen deels gebruikt zullen worden om programma’s of onderzoek te steunen die gedragen worden door anti-goklobby’s, met als doel de activiteit te beperken of zelfs geleidelijk te verbieden.
Zo’n afwijking van het oorspronkelijke doel zou volgens haar voorbijgaan aan de echte noden van kwetsbare personen en eerder ideologische dan pragmatische campagnes financieren.
“Men moet bewust en waakzaam blijven over hoe deze middelen worden gebruikt,” benadrukt Hurst.
Verlies van autonomie voor de sector
Tot nu toe kon het BGC rechtstreeks investeren in educatie, sensibilisering en preventie. Met de levy betreurt ze dat veel zaken nu buiten hun handen vallen. Ze vreest dat de doeltreffendheid en de snelheid van de acties zullen afnemen door gecentraliseerde en tragere processen.
De visie van het BGC: preventie en educatie behouden
Voor Hurst mag het geld van de levy niet uitsluitend dienen om onderzoek of activistische campagnes te financieren, maar moet het gebruikt worden voor concrete en toegankelijke programma’s voor de spelers:
- Gericht sensibiliseringscampagnes, verspreid daar waar het publiek daadwerkelijk speelt.
- Praktische preventietools, geïntegreerd in platformen en verkooppunten.
- Persoonlijke begeleiding voor risicospelers, met snelle en niet-bureaucratische oplossingen.
Zelfs met het verlies van controle over een deel van de middelen roept ze de sector op om eigen investeringen buiten de levy om te blijven doen. Voor het BGC is dit een kwestie van geloofwaardigheid: bewijzen dat de sector proactief en verantwoordelijk is, los van wettelijke verplichtingen.