De IJslandse regering staat onder druk om eindelijk werk te maken van striktere gokwetgeving. De huidige regels stammen uit 2005 en zijn niet opgewassen tegen online gokplatformen, internationale reclame en geldstromen via het buitenland.
De roep om hervorming klinkt steeds luider sinds het ministerie van Volksgezondheid een akkoord sloot met verslavingsorganisatie SÁÁ. Voor het eerst komt er nu staatsgefinancierde hulp voor gokverslaafden.
Minister Alma D. Möller noemde gokken een serieus maatschappelijk probleem. Jaarlijks geven IJslanders omgerekend zo’n 250 miljoen euro uit op buitenlandse goksites.
Buitenlandse aanbieders domineren de markt
IJsland kent officieel slechts twee legale aanbieders: Íslensk Getspá/Getraunir en de loterij van de Universiteit van IJsland. Maar in werkelijkheid beheersen internationale partijen het speelveld. De wet biedt weinig houvast, waardoor media ongestraft reclame kunnen maken voor illegale sites en banken vrij betalingen verwerken voor deze platforms.
Er is amper toezicht. Grote gokmerken adverteren openlijk via sociale media en buitenlandse tv-zenders. De overheid grijpt niet in, omdat er simpelweg geen duidelijke instantie is die verantwoordelijk is voor toezicht en handhaving.
Eén toezichthouder moet orde op zaken stellen
Burgergroepen zoals SÁS en meerdere parlementariërs willen een nationale toezichthouder. Die moet toezicht houden op aanbieders, verslavingspreventie financieren en reclame reguleren. Zonder zo’n toezichthouder blijft de verslaving groeien, zeggen zij.
Volgens critici is de huidige wet hopeloos verouderd. Er is geen enkele bescherming tegen moderne risico’s zoals manipulatieve apps, digitale gokbonussen of grensoverschrijdende reclame.De minister benadrukt dat IJsland moet leren van gokwetgeving in andere Europese landen. Het parlement gaat dit najaar in debat over de toekomst van het IJslandse gokbeleid.