Door te wijzen op juridische inconsistenties tussen private kansspelen en bepaalde aanbiedingen van de Nationale Loterij, verplicht de hoogste rechtsinstantie van het land de wetgever nu om zijn werk te herzien. In deze gevoelige context verklaart de Nationale Loterij zich ter beschikking te stellen van de bevoegde overheden om bij te dragen aan de uitwerking van een coherenter, beschermender en juridisch solide wettelijk kader.
Een ambitieuze, maar juridisch onvolledige wet
De wet op de kansspelen, aangenomen op 18 februari 2024 onder de vorige legislatuur, had een uitgesproken beschermend karakter. Ze verbood onder meer reclame voor kansspelen, schafte promotionele bonussen af, beperkte de cumulatie van vergunningen op éénzelfde website en verstrengde de leeftijdsvoorwaarden door voor bepaalde spellen de leeftijdsgrens van 21 jaar te veralgemenen.
De aangekondigde doelstelling was duidelijk: het indammen van verslavingsrisico’s, de bescherming van kwetsbare doelgroepen en het saneren van een sector die gekenmerkt wordt door sterke digitale concurrentie. Maar deze juridische architectuur toonde al snel haar zwakke plekken. Zes vorderingen tot vernietiging werden bij het Grondwettelijk Hof ingediend door 32 partijen, allemaal afkomstig uit de private kansspelsector. Hun centrale argument was gebaseerd op een verschil in behandeling tussen private operatoren en de Nationale Loterij.
In zijn arrest heeft het Grondwettelijk Hof het merendeel van de kritiek op de wet verworpen. De belangrijkste maatregelen ter bescherming van de spelers worden bevestigd, met name de verhoging van de minimumleeftijd voor bepaalde spellen en het verbod op bonussen en reclame. Slechts één bepaling wordt vernietigd: die welke de cumulatie van verschillende onlinevergunningen op éénzelfde domeinnaam verbood.
Deze vernietiging gaat echter gepaard met een tijdelijke handhaving van haar gevolgen. De wetgever beschikt over een termijn tot 31 december 2026 om de vastgestelde discriminaties te corrigeren. Met andere woorden, het Hof erkent een juridisch probleem zonder een onmiddellijk regelgevend vacuüm te creëren.
Kansspelen en loterijspelen: een minder duidelijke grens dan het lijkt
De kern van de beslissing ligt bij een fundamenteel onderscheid: dat tussen kansspelen en loterijspelen. Traditioneel worden loterijspelen als minder risicovol beschouwd, omdat ze niet beïnvloed worden door het gedrag van de speler. Het Hof bevestigt dit principiële verschil, maar nuanceert sterk de impact ervan in de digitale wereld.
Het Grondwettelijk Hof is van oordeel dat het aan de wetgever toekomt om voor bepaalde spellen van de Nationale Loterij analoge maatregelen te voorzien als die welke aan private operatoren worden opgelegd. Dit betreft onder meer de minimumleeftijd, bonussen en reclame. Het doel is een einde te maken aan ongerechtvaardigde juridische discriminaties.
De reactie van de Nationale Loterij liet niet op zich wachten. In een persbericht verwelkomt zij een arrest dat een duidelijk signaal vormt voor een strikte regulering van de sector en een betere bescherming van de burgers. Zij ziet hierin ook de bevestiging van de specificiteit van publieke loterijen en de legitimiteit van het monopolie in het kader van een openbare dienst met een focus op kanalisering en preventie van risico’s voor spelers.
Tegelijkertijd wil de Nationale Loterij elke dubbelzinnigheid wegnemen. Het arrest legt geen automatische en volledige gelijkschakeling van haar spellen op met alle regels die van toepassing zijn op de private sector.
Beschermingsmechanismen die al bestaan
In tegenstelling tot bepaalde kritieken stelt de Nationale Loterij dat zij niet heeft gewacht op het arrest van het Hof om te handelen. Ze geeft aan al meerdere jaren een reeks beschermingsmaatregelen toe te passen via haar intern kader: gedragscodes, ethische charters, controleprocedures en absolute speellimieten.
Deze mechanismen, hoe reëel ook, steunen echter op interne bases en niet op een formele wet. Dat is precies wat het Grondwettelijk Hof aanstipt: deze systemen moeten voortaan worden geconsolideerd door een duidelijke wettelijke basis, om een rechtszekerheid te garanderen die gelijkwaardig is aan die welke aan private operatoren wordt opgelegd.
De rol van de wetgever tegen 2026
De bal ligt nu in het kamp van de wetgever. Tegen 31 december 2026 zal hij een einde moeten maken aan de door het Grondwettelijk Hof vastgestelde discriminaties, terwijl hij de centrale doelstelling van spelersbescherming behoudt. De Nationale Loterij verklaart actief aan deze denkoefening te willen deelnemen.