Het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) heeft een dringende oproep gelanceerd voor een betere bescherming van kwetsbare groepen tegen de risico’s die gepaard gaan met online gokken. De organisatie, die de Nederlandse psychologen vertegenwoordigt, vindt dat het huidige beleid faalt in het effectief voorkomen van gokverslaving en dat net de meest gevoelige spelers worden blootgesteld aan agressieve commerciële strategieën.
Maatregelen worden als onvoldoende beschouwd
De oproep van het NIP komt in een context van regelgevende hervorming. Vorige week stelde staatssecretaris Teun Struycken zijn nieuwe visie op online gokken voor, met een reeks maatregelen om de risico’s te beperken. Onder de voorstellen: de wettelijke minimumleeftijd optrekken naar 21 jaar, strengere beperkingen op reclame en een herdefiniëring van de zorgplicht van aanbieders.
Het NIP verwelkomde deze koerswijziging, die zij zien als een kans om een jarenlang te lakse aanpak te corrigeren. De psychologen vragen dat deze hervorming gepaard gaat met concrete acties, zoals wetenschappelijke opvolging van de maatregelen, een herziening van het financieringsmodel voor preventie en de betrokkenheid van onafhankelijke experts bij de evaluatie van beschermingsinstrumenten.
Aanbevelingen van de experts
Het financieringsmodel voor preventie herdenken
Momenteel wordt het Verslavingspreventiefonds gefinancierd via een deel van de verplichte bijdragen van gokaanbieders. Volgens het NIP is dat onvoldoende.
De psychologen stellen voor dat het fonds rechtstreeks wordt gevoed door de belasting op kansspelen, en niet via de algemene staatsbegroting. Deze wijziging zou zorgen voor stabielere financiering zonder de legale markt te verzwakken of illegale aanbieders te bevoordelen.
Zo’n hervorming moet ook de onafhankelijkheid van preventieacties waarborgen, die vandaag vaak worden afgeremd door beperkte middelen of politieke keuzes.
Hervorming koppelen aan onderzoek en concrete maatregelen
Het NIP beperkt zich niet tot het ondersteunen van de overheidsvoorstellen, maar wil deze ook kaderen binnen diepgaand onderzoek, duidelijke preventiestrategieën en aangepaste behandelingsvormen.
Het doel is duidelijk: jongeren en kwetsbare groepen daadwerkelijk beschermen, verder dan goede intenties.
Tot de andere belangrijke eisen behoren:
- Een totaalverbod op online gokreclame
- De invoering van globale speellimieten, zodat spelers niet kunnen ontsnappen aan beperkingen door van platform te wisselen
Volgens het NIP moeten deze maatregelen proactief zijn, gebaseerd op wetenschappelijke gegevens en uitgevoerd onder streng toezicht van de Kansspelautoriteit.
De dringende nood aan transparantie en onafhankelijke expertise
Het NIP wijst ook op een centraal probleem: de ondoorzichtigheid van de praktijken van gokaanbieders. Onafhankelijke experts hebben vandaag nauwelijks of geen toegang tot interne gegevens over beschermingsmechanismen, algoritmes voor risicodetectie of vooraf ingestelde financiële drempels.
Dit betekent dat aanbieders niet alleen transparant moeten zijn, maar ook een resultaatsverplichting moeten hebben, en niet enkel een middelenverplichting.
Een kwestie van volksgezondheid
Achter dit regelgevend debat schuilt een echte volksgezondheidscrisis. Het aantal verslavingsgevallen gelinkt aan online gokken stijgt, en hulpstructuren kunnen de toestroom niet meer aan, wegens gebrek aan middelen of aangepaste regulering.
Psychologen herinneren eraan dat verslavingsmechanismen krachtig en vaak onzichtbaar zijn, en des te verwoestender wanneer ze jongeren onder de 21 jaar treffen of volwassenen in psychisch of sociaal kwetsbare situaties.
Zonder strikte omkadering worden online kansspelen een broeihaard voor schulden, isolement en psychologische nood.
Een verwachte systeemhervorming
De voorstellen van staatssecretaris Struycken, gesteund door het NIP, zouden een belangrijke kentering kunnen betekenen in het beheer van online gokken in Nederland.
Maar hun succes hangt af van de strikte uitvoering ervan, het vermogen van de overheid om commerciële druk te weerstaan, en de effectieve plaats die wetenschap en onafhankelijke expertise krijgen in het beleidsproces.