Terwijl Nederland een veilige en transparante online gokmarkt wilde opbouwen, blijkt de realiteit heel anders. Opeenvolgende beperkingen, het vertrek van operatoren en de groeiende dreiging van de illegale markt: de regulering, die bedoeld was om spelers te beschermen, zou wel eens het hele ecosysteem kunnen verzwakken.
Een markt onder druk
Bijna vier jaar na de opening van de Nederlandse online gokmarkt is de balans gemengd. Hoewel het officiële doel van de overheid was om een veilig, transparant en aantrekkelijk kader voor spelers te creëren, blijkt de situatie veel complexer. Opeenvolgende beperkingen – van het verbod op niet-gerichte reclame tot de invoering van strikte stortingslimieten en financiële toegankelijkheidscontroles – hebben het ecosysteem grondig door elkaar geschud.
Gevolg: verschillende operatoren, zoals Tombola, LiveScore Bet of Scori PRO, hebben de Nederlandse markt al verlaten. Volgens Justin Franssen, gespecialiseerd advocaat, is dit nog maar het begin:
“De grotere aanbieders zullen op de markt blijven. Maar de kleinere zullen hun bedrijf verkopen of hun vergunning niet verlengen omdat het niet langer rendabel is.”
Naast de verdwenen operatoren stelt de hele sector zich vragen. Sanna van Doorn, directeur van Unibet in Nederland voor FDJ United, waarschuwt voor een zorgwekkend gevolg: de groei van de illegale markt.
“Strengere regels zullen leiden tot een verminderde zichtbaarheid van erkende exploitanten, wat kan leiden tot een ‘waterbed-effect’, waarbij beperkingen op de legale markt ruimte creëren voor niet-erkende aanbieders. Een verdere aanscherping van de regels zal een gezonde erkende gokmarkt ondermijnen.”
Dit scenario baart de sector bijzonder veel zorgen. De betrokken spelers herinneren eraan dat regulering een evenwicht moet vinden tussen spelersbescherming en het behoud van een competitief legaal aanbod.
De dreiging van een volledig reclameverbod
De vraag naar een totaalverbod op reclame hangt boven de sector. Tijdens de conferentie Gaming in Holland herinnerde Renske Fikkers van de Kansspelautoriteit (Ksa) eraan dat de bestaande regels nog steeds slecht worden nageleefd, wat de hypothese van een totaalverbod versterkt.
Toch vinden sommige specialisten dit vooruitzicht onwaarschijnlijk. Justin Franssen nuanceert:
“Ik zou echt verbaasd zijn als dat gebeurt. Vooral omdat we nu zien dat de belastinginkomsten uit gokken dalen en exploitanten hun vergunningen inleveren.”
Deze daling van de staatsinkomsten maakt een scenario waarbij het legale aanbod nog verder wordt verzwakt immers moeilijk voorstelbaar.
De sleutelrol van de Kansspelautoriteit
In het hart van het debat probeert de Kansspelautoriteit haar positie te versterken. Voorzitter Michel Groothuizen erkent dat de strijd tegen de illegale markt nog niet doeltreffend is. De huidige financiële sancties, zoals boetes, lijken weinig afschrikkend effect te hebben.
Groothuizen pleit daarom voor de invoering van B2B-licenties, bedoeld voor software- en dienstverleners, en niet alleen voor operatoren. Volgens hem zou deze evolutie het toezicht op de waardeketen versterken en de invloed van niet-gereguleerde actoren beperken.
“In het Verenigd Koninkrijk moet je een vergunning hebben om aan exploitanten te leveren, maar dat is bij ons niet het geval – hoewel ik ook een groot voorstander ben van een dergelijke ontwikkeling.”
Een moeilijk te bereiken evenwicht
De Nederlandse situatie illustreert een dilemma dat door veel Europese landen wordt gedeeld: hoe consumenten beschermen zonder de legale markt te verstikken? Hoewel de wil om te reguleren legitiem is, kan de opeenstapeling van beperkingen contraproductief blijken.
Tussen stijgende belastingen, reclamebeperkingen en illegale concurrentie blijft de toekomst van de sector onzeker. Eén ding is zeker: de regulering zal moeten evolueren als ze zowel het vertrouwen van de spelers als de leefbaarheid van de operatoren wil behouden.