X

Schademarkers: nieuwe Europese norm

De Europese Unie heeft zojuist een ongeziene norm goedgekeurd die erop gericht is risicovol gokgedrag te detecteren. Onder impuls van de EGBA en het CEN markeert dit initiatief een grote ommekeer voor de bescherming van spelers en de harmonisering van de praktijken op Europees niveau.

Een Europese norm aangenomen om gokrisico’s te voorkomen

Aan de vooravond van een nieuw tijdperk in de regulering van online kansspelen hebben de Europese instellingen een beslissende stap gezet: de validatie van een Europese norm voor gokgerelateerde schademarkers.

De stemming, die plaatsvond op 25 september jongstleden, werd goedgekeurd door een substantiële meerderheid van de nationale normalisatie-instituten. Het project, gedragen door het Europees Comité voor Normalisatie (CEN), kreeg steun van de European Gaming and Betting Association (EGBA), die deze vooruitgang verwelkomt als een belangrijke stap om spelers in Europa beter te beschermen.

Maar meer nog dan de tekst zelf, viert men een hoop: de hoop op een gemeenschappelijk kader, gestandaardiseerde instrumenten, betere preventie van ontsporingen en een versterkte samenwerking tussen publieke en private actoren.

De oorsprong: een project gedragen door AFNOR en het Europese netwerk

Het initiatief om een norm te ontwikkelen rond schademarkers begon al in 2022. De opdracht werd toevertrouwd aan het Franse normalisatie-instituut AFNOR, met dokter Maris Catania als projectleider.

Het voorstel bleef niet lang zonder weerklank: het project bracht legale gokoperatoren, toezichthoudende instanties, sociale wetenschappers en preventiespecialisten samen, elk met hun eigen visie en expertise. Het doel? Het definiëren, in een gemeenschappelijke en meetbare taal, van gedragsindicatoren (speelfrequentie, plotse veranderingen, hoge verliezen, herhaalde inzetten zonder pauze, enz.) die zouden kunnen wijzen op risicovol spelgedrag.

Tot nu toe gebruikte elk land of elke regulator zijn eigen criteria, zonder pan-Europese samenhang. Zodra men grenzen overschrijdt of operatoren op Europese schaal actief zijn, verzwakt dit gebrek aan een uniform kader de preventie.

“Het positieve resultaat van deze stemming toont duidelijk de kracht van samenwerking binnen onze sector. Toen de EGBA dit initiatief voor het eerst bij het CEN indiende, was ons idee een breed gedragen norm te creëren die spelers in heel Europa ten goede zou komen. We zijn zeer blij met de steun die deze norm heeft gekregen en ik wil persoonlijk alle betrokken partijen bedanken die hebben deelgenomen aan dit proces. Het resultaat toont aan wat mogelijk is wanneer we samen werken om de bescherming van spelers te versterken,” verklaarde Maarten Haijer, secretaris-generaal van de EGBA, na de goedkeuring.

Vasiliki Panousi, verantwoordelijk voor Europese zaken bij de EGBA, voegde eraan toe:

“Na jarenlang aan dit project te hebben gewerkt, van ontwerp tot ontwikkeling, is het buitengewoon bevredigend te zien hoeveel steun het heeft gekregen. Dit zal de eerste algemeen aanvaarde Europese norm zijn voor de identificatie van risicovol gokgedrag en een essentieel element vormen voor een doeltreffende preventie van schade in Europa. De samenwerking bij het ontwikkelen van de norm was uiterst waardevol en bracht uiteenlopende expertises uit heel Europa samen.”

Wat zal deze norm veranderen voor operatoren en toezichthouders?

De norm rond schademarkers zal niet meteen een verplichte wet zijn. Publicatie wordt begin 2026 verwacht, zodra ze in meerdere talen is vertaald. Dan zal ze beschikbaar worden gesteld als richtlijn die nationale toezichthouders en operatoren in hun interne beleid kunnen opnemen.

Voor de actoren van de legale gokindustrie zal ze een gedeeld referentiekader bieden: hoe potentieel schadelijk gedrag te detecteren, bij welke drempel interventies (waarschuwingsberichten, speelpauzes, opvolging) moeten worden geactiveerd, hoe transparantie en vergelijkbaarheid tussen markten kunnen worden verzekerd. Door deze norm aan te nemen, zouden operatoren hun reputatie- en regelgevingsrisico’s kunnen verkleinen, vooral in lidstaten waar de zorgplicht weinig ontwikkeld is.

Voor toezichthouders biedt deze norm een waardevol instrument: ze laat toe praktijken tussen markten te vergelijken, de eisen aan operatoren te harmoniseren of ze zelfs te integreren in de vergunningsvoorwaarden. In landen waar beschermingsverplichtingen versnipperd zijn, zou dit als hefboom kunnen dienen voor een meer uniforme regulering.

Een uitdaging blijft echter: de concrete implementatie. Want het herkennen van een schademarker volstaat niet. Actieprotocollen moeten volgen: wanneer een signaal wordt gedetecteerd, wat is de drempel voor alarm? Wanneer grijpt men in met een verplichte onderbreking of doorverwijzing naar gespecialiseerde hulp? Hoe garandeert men de vertrouwelijkheid en de rechten van de spelers?

Uitdagingen en weerstand

Hoewel toegejuicht, verliep dit proces niet zonder debat. Sommige actoren vreesden een rem op de sector: te strikte verplichtingen zouden innovatie kunnen beperken of kleine operatoren benadelen. Anderen stelden vragen bij de gevoeligheid van de markers: zouden ze valse alarmen genereren? Of te veel inbreuk maken op de privacy van spelers?

Voorlopig toont de positieve stemming dat deze zorgen grotendeels zijn weggenomen door het brede draagvlak voor de bruikbaarheid van de norm en de inclusieve methode bij de ontwikkeling. Maar tot aan de definitieve publicatie en de uitrol is nog niet alles geregeld.

Bovendien berust de norm op vrijwillige adoptie. Als sommige staten terughoudend blijven, of als operatoren weigeren ze te integreren in hun systemen, zou de reikwijdte van de tekst verzwakt kunnen worden. De EGBA had vorige maand de nationale instituten nog opgeroepen om vóór deze norm te stemmen, en benadrukte het belang van een gezamenlijke inspanning binnen de hele EU.

Een andere steun kwam van het Gambling Regulators European Forum (GREF), dat al voorstander was van dit soort standaardisering. Dit geeft het initiatief extra gewicht, door te tonen dat regelgevende convergentie ook bij nationale toezichthouders weerklank vindt.

Hoe ziet de toekomst eruit vanaf 2026?

Wanneer de norm wordt gepubliceerd en vertaald in de lidstaten, zou een vrijwillige overgangsfase starten. Operatoren zullen worden aangemoedigd de schademarkers in hun beleid voor verantwoord spelen op te nemen.

Na verloop van tijd kan men verwachten dat deze norm een vergunningscriterium wordt: om een vergunning te krijgen, zal een operator moeten aantonen dat hij de in de norm vastgelegde principes respecteert. Deze evolutie zou kunnen leiden tot een aanzienlijke versterking van de verantwoordelijkheid van online gokplatformen.

Voor spelers zou het effect zich idealiter vertalen in meer responsieve systemen: snellere detectie van risicovol gedrag, aangepaste waarschuwingsberichten, aanbevelingen of tijdelijke beperkingen, doorverwijzing naar ondersteuningsdiensten.

Maar het succes zal afhangen van de kwaliteit van de lokale implementatie. Elk land zal drempels moeten aanpassen, waarschuwingen kalibreren volgens de nationale context, de bescherming van persoonsgegevens garanderen en operationele mechanismen bieden om in te grijpen.

Ten slotte zou dit nieuwe kader meer vergelijkend onderzoek tussen landen kunnen aanmoedigen, door gegevens te verzamelen over de prevalentie van problematisch gedrag, hun profiel en evolutie. De norm zou zo een beleidsinstrument kunnen worden, naast haar operationele dimensie.

Een nieuwe stap naar spelersbescherming

De goedkeuring van de Europese norm voor gokgerelateerde schademarkers is een historisch moment voor de regulering van online kansspelen in Europa. Ze weerspiegelt de collectieve wil om een gemeenschappelijke taal te ontwikkelen voor een gedeelde uitdaging: het voorkomen van gokgerelateerde ontsporingen.

Hoewel de adoptie vrijwillig is, belooft de norm een krachtig referentiepunt te worden als staten en operatoren bereid zijn ze in concrete acties om te zetten. Het is een uitnodiging om de regelgevende versnippering achter ons te laten en te convergeren naar duidelijkere en beschermendere praktijken.

Sarah: Sarah heeft een scherp oog voor trends in de gokwereld. Met een passie voor sport houdt ze zich bezig met alles van verantwoord gokken tot casinowetgeving. Haar schrijfstijl maakt complexe onderwerpen toegankelijk voor lezers.
Related Post