Gigantische groei voor online gokken in Denemarken
In Denemarken gaat het nog steeds goed met de online casino’s. Terwijl andere delen van de gokmarkt minder presteren. In augustus werd er €76,6 miljoen verdiend, wat een stijging van 4,3% is ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Dit blijkt uit cijfers van de Deense goktoezichthouder, Spillemyndigheden.
Online casino’s blijven winnen
De groei komt vooral door de sterke prestaties van online casino’s. In augustus zagen zij hun inkomsten met 20,8% stijgen, tot €40 miljoen. Dat is een mooie sprong vergeleken met juli, toen de opbrengst €38 miljoen was. Ze komen hiermee ook dicht in de buurt van het maandrecord van €41 miljoen, dat in maart van dit jaar werd bereikt.
Het is duidelijk dat online casino’s de ruggengraat zijn van de Deense gokmarkt, vooral nu andere segmenten het moeilijk hebben.
Sportweddenschappen en fysieke casino’s blijven achter
Waar online casino’s blijven groeien, gaat het een stuk minder goed met sportweddenschappen. In augustus daalden de inkomsten uit sportweddenschappen met 14%, naar €19 miljoen. Dit is ook iets lager dan de opbrengst van juli.
Hetzelfde geldt voor de fysieke casino’s en gokkasten. Hoewel de opbrengst uit gokkasten met 0,2% steeg naar €12 miljoen, blijft dit segment kwetsbaar. Fysieke casino’s zagen hun omzet zelfs met 12% dalen naar 3,8 miljoen, wat gelijk is aan de cijfers van juli.
Meer aanmeldingen voor zelfuitsluiting programma
Naast de inkomstenstatistieken kwam Spillemyndigheden met een opvallende update: het aantal aanmeldingen voor het Deense zelfuitsluitingsprogramma, ROFUS, is flink gegroeid. Aan het eind van augustus stonden er 51.893 mensen geregistreerd. Wat een stijging van 12,4% is ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Van de geregistreerden is 77,3% man en 22,7% vrouw. Maar liefst 66,6% van hen heeft zich permanent laten uitsluiten van gokken.
Daarnaast deelde de toezichthouder informatie over de StopSpillet-hulplijn. Wat opvalt, is dat jongeren tussen de 18 en 25 jaar het vaakst om hulp vragen. Sinds de start van de dienst in 2019 zijn er bijna 3.200 hulpverzoeken geweest, waarvan 37% afkomstig is van deze leeftijdsgroep.