Einde van de spanning voor de Parijse speelclubs

Na acht jaar van onzeker bestaan staan de Parijse speelclubs mogelijk op het punt om de pagina van het experiment om te slaan. De Senaat heeft zojuist een historische amendement goedgekeurd dat deze ontspanningslocaties zou kunnen omvormen tot permanente instellingen in het Parijse landschap. Maar de definitieve beslissing ligt nog bij de Assemblée nationale.

Het lange traject van een experiment dat een instelling werd

Het verhaal van de speelclubs in Parijs is allerminst een rustige wandeling. In februari 2017 lanceerde de overheid een ongezien experimenteel systeem: clubs toelaten om tafelspelen aan te bieden, terwijl roulette en elektronische machines formeel werden uitgesloten. Het doel? Privé-inrichtingen die ooit weinig transparant waren, vervangen door een legaal, gecontroleerd en transparant aanbod. Destijds ging het erom het model te testen en de impact ervan te observeren op de openbare orde, de economische regulering en de strijd tegen clandestiene netwerken. Het programma, tijdelijk van aard, zou enkele jaren duren.

Toch gingen de jaren voorbij en volgden de verlengingen elkaar op. Het systeem had vorig jaar moeten eindigen, maar werd door de vorige regering vernieuwd, met een verlenging van drie jaar toegekend in 2024. Dit overgangsmodel was een gewoonte geworden… tot de regeringswissel in september, met de benoeming van Sébastien Lecornu als eerste minister.

In die context heeft de Senaat zojuist een belangrijke stap gezet: een amendement goedkeuren dat definitief een einde zou maken aan de experimentele status van deze clubs. Een wending waar velen op wachtten.

Een amendement om komaf te maken met instabiliteit

Op 24 november stemden de senatoren voor een wettelijke bepaling die eenvoudig is in woorden, maar zwaar in gevolgen: van de Parijse speelclubs een permanent onderdeel van het hoofdstedelijk landschap maken.

Voor de verkozenen was de noodzaak duidelijk. Ze herinneren eraan dat de laatste verlenging, slecht afgestemd op de politieke kalender, begin 2025 tot de abrupte sluiting van verschillende etablissementen leidde. Deze plotselinge onderbrekingen brachten de sector in onzekerheid en brachten honderden werknemers in moeilijkheden.

“Deze maatregel zal het mogelijk maken om een model dat zijn nut volledig heeft bewezen op het vlak van openbare orde en economische regulering duidelijk en duurzaam te omkaderen. Het proefprogramma van de speelclubs heeft zijn doeltreffendheid aangetoond door een legaal en gereguleerd alternatief te bieden voor clandestiene gokhuizen, terwijl het transparantie, traceerbaarheid en integriteit van financiële transacties garandeert. Het heeft het spel in Parijs veilig gemaakt binnen een strikt door de administratieve autoriteiten gecontroleerd kader, en draagt zo bij aan de strijd tegen witwaspraktijken en fraude,” verklaart de Senaat.

De hoge kamer benadrukt zelfs de veiligheidsimpact van dit model. Volgens haar heeft het experimentele systeem het spel in Parijs veiliger gemaakt, met name dankzij versterkt toezicht door de administratieve autoriteiten en een streng arsenaal tegen fraude en witwassen.

Maar ondanks deze Senaatsgoedkeuring is de strijd nog niet gewonnen: de uiteindelijke beslissing ligt bij de Assemblée nationale, die het amendement in de volgende begroting moet bekrachtigen.

Economische impact

Naast de reguleringskwesties hebben de speelclubs ook een economische realiteit gevormd die moeilijk te negeren valt. Hun activiteit genereert jaarlijks ongeveer 120 miljoen euro omzet. Van dat bedrag gaat 40 miljoen rechtstreeks naar de staat in de vorm van bijdragen, en 10 miljoen vloeit naar de stad Parijs.

In een context waarin elke euro aan overheidsinkomsten telt, wegen deze cijfers zwaar door. De Senaat erkent dit en spreekt van een aanzienlijke economische impuls gedragen door de sector. De clubs hebben ook enkele honderden banen gecreëerd en behouden, zowel direct als indirect: croupiers, veiligheidsagenten, bedienend personeel, onderhoud, logistiek…

Opmerkelijk: deze activiteit heeft nooit geleid tot concurrentieverstoring met de fysieke casino’s elders in Frankrijk. De spelregels blijven strikt. Clubs mogen enkel binnen de Parijse grenzen opereren, en ze moeten voldoen aan de verplichtingen van het oorspronkelijke proefproject: geen elektronische spelen, geen speelautomaten, geografische beperkingen en versterkt toezicht.

Een beslissing die door de sector wordt verwelkomd

Niet verrassend veroorzaakte de aankondiging van de Senaatsstemming algemene opluchting bij de professionals in de goksector. De vereniging Casinos de France, die de landgebonden casino’s van het land vertegenwoordigt, prees een langverwachte stap.

In een persbericht verklaart zij:

“Deze langverwachte vooruitgang biedt eindelijk een duidelijk juridisch kader dat zichtbaarheid geeft aan een model dat zijn doeltreffendheid ruimschoots heeft bewezen. De Parijse speelclubs hebben bewezen efficiënt te zijn. Ze vormen een legaal, gereguleerd en transparant alternatief voor de oude speelclubs, door strenge normen toe te passen op het vlak van controle, integriteit, preventie van overmatig spelen en bestrijding van witwaspraktijken. We hopen dat deze vooruitgang volledig wordt bevestigd in de definitieve versie van het ontwerp van de begrotingswet, en herbevestigen onze inzet om samen met de openbare autoriteiten te werken aan een legale, verantwoorde en in het openbaar belang dienstbare goksector.”

De groepering herinnert eraan dat de moderne speelclubs de waardige vertegenwoordigers zijn van een gezuiverde sector, onderworpen aan strenge vereisten en met een duidelijke missie: een legaal, transparant en veilig alternatief bieden voor de oude clandestiene zalen.

Casinos de France hoopt nu dat de Assemblée nationale de beslissing van de Senaat zal bevestigen in de definitieve versie van de begroting. De vereniging belooft te blijven samenwerken met de overheid om een verantwoord gokmodel te versterken, in dienst van het algemeen belang.