Hervormingen: wat Nederlandse spelers écht denken
Terwijl Nederland een beslissende fase ingaat in de hervorming van zijn regels rond kansspelen, werpt een reeks recent aan het parlement voorgelegde studies licht op uiteenlopende percepties, veranderende gedragingen en aanhoudende uitdagingen.
Een hernieuwde overheidsaanpak
In december 2025 heeft Arno Rutte vier rapporten aan het Nederlandse parlement bezorgd ter onderbouwing van een omvangrijk hervormingsproject rond kansspelen dat in het hele land tot debat leidt. Deze documenten behandelen deelname aan kansspelen, de invoering van verplichte limieten voor spelers, de impact van reclame en de kwaliteit van onderzoek binnen de sector.
Rutte nam dit dossier over na het ontslag van voormalig minister Teun Struycken, die een nieuwe kansspelwet tegen eind 2025 had aangekondigd, met onder meer een strengere regulering van marketing en een mogelijke verhoging van de minimumleeftijd voor bepaalde vormen van online kansspelen.
Spelers voorstander van limieten, maar met bedenkingen
Een van de belangrijkste aandachtspunten van deze studies is de steun van het publiek voor verplichte limieten voor spelers. Van de 1.507 ondervraagden is de steun voor dergelijke limieten in twee jaar tijd gestegen van 76 % naar 82 %.
Toch uitte 42 % van de deelnemers zorgen over hun privacy wanneer het gaat om het delen van persoonlijke financiële informatie om stortingsplafonds te bepalen (een mechanisme dat bekendstaat als limieten op basis van draagkracht). Sommige spelers weigerden dan ook gegevens over hun spaargeld of schulden te verstrekken.
Ondanks deze terughoudendheid erkent 55 % van de ondervraagden dat een controle van hun financiële situatie in principe kan bijdragen aan het voorkomen van problematisch speelgedrag.
Reëel gedrag en percepties bij spelers
De studie toont ook aan dat steeds meer spelers er in 2024 voor hebben gekozen om vrijwillige limieten in te stellen, en dat de meerderheid deze instellingen het hele jaar door ongewijzigd heeft gelaten. Toch vindt slechts 40 % dat geldelijke limieten hen helpen minder uit te geven, terwijl 30 % van mening is dat tijdsbeperkingen hun speelduur effectief verkorten.
Een opvallend element is dat 64 % van de spelers verklaart hun speelgedrag onder controle te hebben en geen nood te voelen aan opgelegde limieten, een aandeel dat is toegenomen ten opzichte van het jaar voordien. Dit vertrouwen verschilt sterk naargelang het spelersprofiel: spelers met een hoog risicoprofiel zijn minder zeker van hun zelfcontrole dan spelers die als probleemloos worden beschouwd.
Het rapport signaleert ook dat de interactie met platforms — bijvoorbeeld via contextuele boodschappen — toeneemt, maar dat de meeste spelers deze interventies niet erg nuttig vinden. Slechts 10 % van de respondenten gaf aan door een operator te zijn gecontacteerd of financiële informatie te hebben moeten verstrekken in het kader van deze maatregelen.
Een van de aan het parlement voorgelegde studies onderzocht de algemene perceptie van de Nederlandse bevolking ten aanzien van kansspelen. Volgens de resultaten heeft 69 % van de personen van 16 jaar en ouder minstens één keer gespeeld in het voorbije jaar. De loterij blijft de meest verspreide vorm van kansspel, maar de deelname aan online kansspelen is toegenomen, vooral bij jongeren.
Dit laatste punt is bijzonder veelzeggend: bij 16- en 17-jarigen is het aandeel dat aangeeft online te hebben gespeeld gestegen van 12 % naar 20 %. Dit baart de wetgever zorgen, aangezien de wettelijke minimumleeftijd om online te spelen in Nederland 18 jaar bedraagt. Onderzoekers wijzen op mogelijk gebruik van accounts van derden of toegang tot niet-vergunde websites.
Daarnaast weet een kwart van de ondervraagde spelers niet of de sites die zij gebruiken over een geldige vergunning beschikken, wat wijst op een zekere verwarring rond de legaliteit van kansspelplatforms. Deze situatie kan illegale aanbieders in de hand werken, die geen enkele garantie bieden op spelersbescherming.
Reclame, sensibilisering en de realiteit op het terrein
De derde studie behandelt de impact van reclame op speelgedrag. Ondanks het algemene verbod op kansspelreclame in de belangrijkste media, geven veel respondenten aan nog steeds advertenties tegen te komen in het dagelijks leven.
Veel spelers denken niet dat deze boodschappen hen rechtstreeks aanzetten tot spelen, maar spelers die al risicovol gedrag vertonen blijken gevoeliger voor dergelijke inhoud. Bonussen en promotionele voordelen blijven eveneens de aandacht trekken en versterken de aantrekkingskracht van kansspelen, ondanks de bestaande beperkingen.
De waarschuwingen die in advertenties worden weergegeven, worden door de meerderheid van de respondenten als weinig zichtbaar of inefficiënt beoordeeld, wat de vraag oproept hoe deze boodschappen moeten worden vormgegeven om het publiek daadwerkelijk te bereiken en te waarschuwen.
Onderzoeksmethoden die herziening vereisen
Tot slot uit het vierde rapport bezorgdheid over de manier waarop de gegevens voor deze studies worden verzameld. De onderzoekers wijzen op juridische, technische en organisatorische obstakels die de toegang tot consistente en vergelijkbare informatie beperken.
Momenteel zijn operatoren slechts verplicht bepaalde gegevens te verstrekken wanneer daarom wordt gevraagd, en deze informatie wordt op een niet-geharmoniseerde manier aangeleverd, wat een globale analyse bemoeilijkt. Bovendien maken beperkingen zoals de Europese privacyverordening (AVG) het opzetten van databanken voor vergelijkend onderzoek complex.
Om deze tekortkomingen aan te pakken, bevelen de auteurs onder meer een nauwere samenwerking met de nationale kansspeltoezichthouder (Kansspelautoriteit) aan, de oprichting van een gedecentraliseerd technisch platform voor veilige gegevensdeling, evenals de aanstelling van een centrale tussenpersoon die deze uitwisselingen kan faciliteren.

