Een toneelstuk over de gevaren van gokken: preventie of verborgen valstrik?
In een tijdperk van verstrengde regelgeving, waarin de wetten rond gokken steeds strenger worden en verantwoord spelen en de strijd tegen gokverslaving centraal staan, proberen enkele leden van de Belgische goksector een evenwicht te vinden tussen sociale verantwoordelijkheid en de promotie van zijn activiteiten. Een recent initiatief van de Beroepsvereniging van Wedkantoren (BVWK), met grote spelers zoals Ladbrokes en Bingoal, heeft tot hevig debat geleid over de echte bedoelingen achter campagnes voor bewust gokken.
Een preventief instrument
Het paradepaardje van de BVWK, een toneelstuk getiteld “To Bet or Not to Bet“, geschreven door Thibault Wathelet, een ex-gokverslaafde, beoogt een preventiemiddel te zijn tegen de gevaren van gokverslaving. Dit initiatief, bestemd voor voorstellingen in scholen aan leerlingen van het vijfde en zesde middelbaar, heeft als doel jongeren te informeren over de risico’s van gokken via kunst. Saartje Van de Steene, die de hoofdrol speelt in de Vlaamse versie, benadrukt het preventieve karakter van het stuk, ontwikkeld door en voor mensen die de gruwelen van verslaving hebben doorstaan.
Deze benadering werd echter snel onder vuur genomen door experts en geestelijke gezondheidsactivisten, die het zien als een poging om gokken te normaliseren onder een kwetsbare doelgroep. Stefaan Van Hecke (Groen), een Belgisch parlementslid en fervent voorstander van strikte regulering van de sector, bekritiseert de casino’s voor hun poging om hun imago op te poetsen in de strijd tegen wettelijke beperkingen.
Zorgen van de Staten-Generaal Geestelijke Gezondheid
De Staten-Generaal Geestelijke Gezondheid (SGGG), een autoriteit op het gebied van mentale gezondheid, uit zijn diepe bezorgdheid over de potentiële impact van dergelijke initiatieven. In een open brief gericht aan ministers, parlementsleden en onderwijsinstellingen, vergelijkt de SGGG de tactieken van de BVWK met die van de tabaks- en alcoholindustrie, die regelgeving proberen te omzeilen bedoeld om de volksgezondheid te beschermen.
Volgens de SGGG kunnen deze initiatieven, hoewel ze gepresenteerd worden als preventieve acties, in werkelijkheid risicovol gedrag onder jongeren bevorderen, een groep die bijzonder gevoelig is voor boodschappen die risico en avontuur verheerlijken. Hun kritiek is gebaseerd op onderzoeken die aantonen dat waarschuwing voor specifieke gevaren, experimenteren kan aanmoedigen.
Welke preventie voor jongeren?
Geconfronteerd met deze kritiek, rijst de vraag: hoe kunnen we de preventie van gokproblemen onder jongeren effectief aanpakken? De SGGG pleit voor benaderingen gebaseerd op het versterken van levensvaardigheden, het bevorderen van positieve copingstrategieën en het creëren van een schoolomgeving die openstaat voor gesprekken over verslavingen, zonder stigmatisering of oversimplificatie.
Het initiatief van de BVWK, hoe goed bedoeld ook om jongeren bewust te maken van de gevaren van gokverslaving, benadrukt de complexiteit van preventie in dit domein. Het toont de noodzaak aan van een nauwe samenwerking tussen leerkrachten, gezondheidswerkers, toezichthouders en de gokindustrie om preventiestrategieën te ontwikkelen die zowel de kwetsbaarheid van jongeren als de eisen voor volksgezondheid respecteren. Alleen een dergelijke benadering kan ervoor zorgen dat inspanningen om jongeren te informeren en te beschermen niet onbedoeld de aantrekkelijkheid van gokken vergroten.