Belgische voetbalclubs proberen gokregels te omzeilen
In de Belgische voetbalwereld hangt verandering in de lucht. Vanaf 1 januari 2025 mogen clubs geen gokbedrijven meer op hun shirts hebben. Toch lijken sommige clubs nu al manieren te bedenken om de regels te omzeilen en alsnog geld binnen te halen via goksponsoren.
Nieuwe regels willen gokreclame stoppen
De Belgische overheid probeert gokreclames steeds verder in te dammen. Ze willen hiermee vooral de groei van gokverslaving aanpakken. Onder leiding van voormalig minister van Justitie, Vincent Van Quickenborne, zijn er in de afgelopen jaren al meerdere stappen gezet. Zo is gokreclame sinds juli 2023 al verboden op tv, radio, in kranten en op websites. Sinds september mogen voetballers jonger dan 21 jaar ook geen gokreclame meer op hun shirts dragen.
Het idee achter deze maatregelen? Mensen beschermen tegen de verleiding van gokken. De laatste fase gaat in op 1 januari 2025, wanneer gokreclame in stadions helemaal verboden wordt. Dat betekent: geen goklogo’s meer op grote schermen of langs de velden.
Voetbalclubs verzinnen slimme trucs
Ondanks het naderende verbod, mogen voetbalclubs nog tot eind 2027 met goklogo’s op hun shirts spelen, maar dan wel op de achterkant en veel kleiner dan nu. Dit is een grote klap voor veel clubs, want gokbedrijven leveren op dit moment zo’n 10 tot 15 procent van de totale sponsordeals. Dat komt neer op miljoenen euro’s per jaar.
Clubs zoals Royal Antwerp en Beerschot zitten echter niet stil. Zij hebben een manier gevonden om de regels te omzeilen. Hoe? Door niet het gokbedrijf zelf op het shirt te zetten, maar de naam van een foundation die door het gokbedrijf wordt gefinancierd. Bij Antwerp heet die foundation bijvoorbeeld “AntwerpFirst,” wat in de praktijk hetzelfde is als hun huidige sponsor Betfirst. Een slimme zet, maar wel eentje die tegen de geest van de nieuwe regels ingaat.
Kansspelcommissie houdt een oogje in het zeil
Natuurlijk is de Kansspelcommissie op de hoogte van deze creatieve constructies en wordt er streng toezicht gehouden. Het idee achter het gokreclameverbod is juist om kwetsbare mensen te beschermen en de normalisering van gokken tegen te gaan. Toch zorgen deze stichtingen ervoor dat gokbedrijven achter de schermen nog steeds hun invloed uitoefenen in de sport.
Dit soort trucs worden trouwens niet alleen in België toegepast. Ook in landen zoals Groot-Brittannië en Spanje probeerden gokbedrijven op dezelfde manier via stichtingen betrokken te blijven bij clubs. Bram Constandt, expert in sportmanagement aan de UGent, noemt deze praktijken “mazen in de wet.” En het lijkt erop dat de Belgische clubs deze gaten in de wet maar al te graag benutten.
Goklogo’s blijven zichtbaar bij amateurclubs
Naast de professionele clubs, richten gokbedrijven zich ook steeds meer op het amateurvoetbal. Sponsoring is daar goedkoper, maar bereikt toch een groot publiek. Voor amateurclubs gelden er voorlopig minder strenge regels: ze mogen nog steeds goklogo’s op hun shirts hebben, zolang de afmetingen maar klein blijven.
Ook in Nederland worden gokreclames steeds meer verboden. Sinds juli 2023 is ongerichte gokreclame daar al van de buis gehaald. En vanaf 2025 worden alle gokreclames, inclusief die in de sport, verboden. Dit geldt zowel voor profclubs als voor amateurs. België volgt een vergelijkbaar pad, maar laat de amateurclubs voorlopig nog met rust.
Wat brengt de toekomst?
Het is duidelijk dat de gokindustrie en de voetbalwereld nog niet klaar zijn met elkaar. Terwijl de overheid probeert de goksponsoren uit het zicht te houden, zoeken de clubs naar nieuwe manieren om aan inkomsten te komen. En eerlijk is eerlijk: veel clubs zijn voor een groot deel afhankelijk van het geld van de gokbedrijven.
De komende jaren zullen bepalend zijn. Zullen de nieuwe regels waterdicht blijken? Of zullen de clubs, met hun slimme constructies, een manier vinden om de invloed van gokbedrijven in de sport te behouden?