Gokbedrijven klagen bank aan wegens machtsmisbruik
Begin dit jaar besloot de ING-bank haar bankrelaties met 7 gokbedrijven die actief zijn in Henegouwen en Brussel te beëindigen. Nadat ze overeenstemming hadden gezocht, dienden de operators een klacht in bij de rechtbank wegens discriminatie en machtsmisbruik. Ze vragen ook een opzegtermijn van zes maanden in plaats van drie.
Begin dit jaar heeft de ING-bank zeven gokbedrijven, actief in de regio Henegouwen en Brussel, op de hoogte gebracht van hun beslissing om de onderlinge bankrelatie zonder opgaaf van redenen te beëindigen. De cliënten, een natuurlijk persoon en zes vennootschappen, zochten een minnelijke schikking met de bank. Nadat deze pogingen waren mislukt, besloot de groep bedrijven, geleid door dezelfde persoon, zich tot de rechter te wenden. Ze hebben een klacht ingediend op basis van machtsmisbruik en discriminatie. Ze vroegen ook om een verlenging van de bankrelatie met zes maanden, zodat ze een andere bank konden vinden en niet zonder bank zouden raken.
Dagelijkse werking in gevaar
In totaal zijn er 30 bankrekeningen en diverse leningen lopende bij de ING. Voor het bedrijf is het onbegrijpelijk aangezien concullega’s van dezelfde sector nog steeds een bancaire relatie hebben met deze bank. Voor de advocaat is dit discriminatie die bovendien de dagelijkse werking van het bedrijf in gevaar zou kunnen brengen, ook al zijn zij al tientallen jaren actief in de regio.
“Mijn cliënt heeft haar activiteiten gestructureerd in overeenstemming met deze vertrouwensrelatie.” “Het is moeilijk zonder reden om op deze manier buitengesloten te worden, wat haar activiteit in gevaar kan brengen.” betoogde David Szafran (Cew & Partners).
De verantwoordelijke advocaat verduidelijkte ook dat de verschillende bedrijven allemaal in orde zijn met hun vergunningen en dat zij hun activiteiten volledig legaal uitoefenen. Elk gokbedrijf in België moet immers over een vergunning beschikken van de kansspelcommissie.
ING verdedigt zichzelf
ING van haar kant verdedigt zich tegen de beschuldigingen door te specificeren dat zij een opzegtermijn van drie maanden in acht heeft genomen in plaats van de contractueel voorziene vijftien dagen waarin de zeven bedrijven een nieuwe financiële partner konden vinden.
“Met een opzegtermijn van drie maanden kan er geen sprake zijn van een abrupte beëindiging. “Spreken over machtsmisbruik gaat erover.”
Jean-Pierre Buyle
ING-advocaat
De advocaat herinnerde er ook aan dat de verschillende partijen het algemene exploitatiereglement voor elke bankrekening en afgesloten lening hadden ondertekend. In deze regeling is artikel 59 heel duidelijk: de partijen hebben de vrijheid om de relatie te beëindigen wanneer zij dat willen, zonder dat zij hun beslissing hoeven te rechtvaardigen. Hij eindigt met de uitleg dat een handeling van beëindiging onherroepelijk is. Door ING te vragen haar besluit terug te draaien, zijn hun rechten geschonden. Daarom verzoekt hij de rechtbank dit verzoek ongegrond te verklaren.