Online gokken: EU opent de deur voor terugbetalingen
Het debat rond de terugvordering van verliezen geleden bij niet-vergunde online casino’s bereikt een nieuwe fase. Advocaat-generaal van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU), Nicholas Emiliou, heeft een advies uitgebracht dat de situatie voor duizenden spelers in heel Europa kan veranderen. Volgens hem verzet het Unierecht zich er niet tegen dat consumenten hun gokverliezen terugvorderen, zelfs wanneer ze wisten dat de aanbieder geen nationale vergunning had.
Een zaak geboren in Duitsland, behandeld in Malta
Het begon toen een Duitse speler een procedure startte tegen verschillende Maltese online casino’s die hem, ondanks het ontbreken van een vergunning in Duitsland, toch lieten spelen. De speler eist de terugbetaling van zijn verliezen op basis van de Duitse kansspelwetgeving, die exploitatie zonder vergunning verbiedt.
De exploitanten verweerden zich: volgens hen gaf de vrijheid van dienstverrichting, gewaarborgd door de Europese Unie, hen het recht om hun spellen in Duitsland aan te bieden. Bovendien zou de speler, die wist dat er geen vergunning was, misbruik van recht plegen door nu zijn geld terug te eisen.
De Europese Unie beslist: geen misbruik van recht
Het HvJ-EU werd door Malta gevraagd te verduidelijken of een dergelijke vordering ontvankelijk is volgens het Unierecht. Het antwoord van de advocaat-generaal is duidelijk:
“Wanneer een consument vanuit de lidstaat waar hij zijn gewone verblijfplaats heeft, heeft deelgenomen aan online kansspelen die in die staat, zonder vergunning van de autoriteiten van die staat, worden aangeboden door een kansspelaanbieder die in een andere lidstaat is gevestigd, verzet het beginsel van het verbod op misbruik van Unierecht zich er niet tegen dat deze consument een civiele vordering instelt tegen deze aanbieder om de door hem ingezette bedragen terug te krijgen, op grond dat het onderliggende kansspelcontract nietig is volgens het toepasselijke contractenrecht.”
Met andere woorden: de speler kan niet beschuldigd worden van misbruik van het Unierecht door zijn geld terug te vragen.
Het advies bevestigt bovendien dat elke lidstaat vrij blijft om zijn eigen gokwetgeving aan te nemen, zolang die legitieme doelstellingen dient, coherent wordt toegepast en niet discriminerend is. Een Maltese rechtbank kan nagaan of de Duitse wet verenigbaar is met de Europese regels, en omgekeerd kan een Duitse rechtbank oordelen over de conformiteit van een Maltese wet.
Fair Play Legal, dat spelers helpt bij terugvorderingsclaims rond kansspelen:
“Dit sluit aan bij eerdere uitspraken in Nederland, waarbij verliezen zijn teruggevorderd van niet-vergunde aanbieders. Belangrijk: een advies van de advocaat-generaal is niet bindend, maar wordt vaak gevolgd.”
Deze redenering raakt rechtstreeks aan de Maltese wet Bill 55, aangenomen in 2023 om lokale aanbieders te beschermen tegen terugvorderingsacties uit het buitenland. De advocaat-generaal wijst op mogelijke spanningen met het Unierecht. Toch is die wet hier niet van toepassing, aangezien ze later werd aangenomen dan de klacht van de Duitse speler.
Een cruciale maar geen definitieve stap
In de meeste gevallen volgt het Hof de adviezen van zijn advocaten-generaal. Maar zolang er nog geen arrest is, blijft de onzekerheid. Zoals de Nederlandse advocaat Justin Franssen benadrukt:
“In zijn antwoord op de zes prejudiciële hoofdvragen heeft de advocaat-generaal zich, op verzoek van het Hof, beperkt tot de ontvankelijkheid en zich niet uitgesproken over de inhoud zelf. De betwisting van de ontvankelijkheid door verschillende regeringen werd door de AG afgewezen, wat potentieel de weg opent naar een inhoudelijk onderzoek van het Duitse recht door de verwijzende Maltese rechter, althans indien en voor zover het Hof de conclusies van de AG volgt. Dat hangt deels af van het antwoord van het Hof op de meest relevante kernvragen, waarover momenteel nog geen betekenisvol oordeel kan worden geveld.”
“Op dit moment in de procedure is het te vroeg voor de partijen om victorie te kraaien. Het is immers aan het Hof om de kernvragen te onderzoeken waarop de advocaat-generaal, op verzoek van het Hof, geen antwoord heeft gegeven. Indien het Hof oordeelt dat het Duitse systeem in strijd is met artikel 56 VWEU, kan dat gevolgen hebben voor de vorderingen van Duitse spelers.”
Als het Hof zou concluderen dat bepaalde aspecten van de Duitse regelgeving de vrijheid van dienstverrichting schenden, zouden terugvorderingsclaims alsnog kunnen worden afgewezen.
En nu?
Het arrest van het HvJ-EU zal de koers uitzetten voor de nationale rechtbanken. Voor de exploitanten staat er financieel veel op het spel: als de claims zich opstapelen en rechters terugbetalingen opleggen, kan dat honderden miljoenen euro kosten. Voor de spelers is het advies een hoopgevend signaal. Maar het zal nog enkele maanden duren vooraleer het Hof zich definitief uitspreekt.