Eind juli verschenen advocaat Benzi Loonstein en een groep van elf gokkers voor de Rechtbank Den Haag. Zij wilden hun volledige transactiegeschiedenis bij Unibet opvragen, voor de legalisering van online gokken in Nederland op 1 oktober 2021.
De poging verliep via een verzoekschrift, bedoeld als snelle route om inzage in gegevens te krijgen.
Poging via AVG en exhibitieplicht strandt
De eerste route was gebaseerd op de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De rechter oordeelde dat de Nederlandse uitvoeringswet niet geldt voor buitenlandse bedrijven zoals Unibet en Risepoint. Daarmee viel deze optie af.
De tweede route maakte gebruik van de exhibitieplicht uit artikel 194 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De rechter vond dat de gokkers hun belang onvoldoende onderbouwden.
Argumenten over onvolledige bankafschriften of contante stortingen met Paysafekaarten waren te vaag en niet concreet bewezen.
Procedure verandert naar dagvaarding
De rechter wees het verzoekschrift af, maar stopte de zaak niet. In plaats daarvan wordt de procedure omgezet naar een dagvaardingsprocedure, die meer geschikt is voor dit geschil. De zaak staat op de rol voor 3 september 2025.
De gokkers moeten hun stukken aanpassen en beter toelichten. Unibet en Risepoint krijgen proceskosten vergoed: €1.044 per bedrijf, in totaal €2.088.
Beide partijen bereiden zich voor op vervolg
Zowel de gokkers als de bedrijven zullen zich opnieuw moeten voorbereiden. Tijdens de nieuwe procedure zal ook het AVG-verzoek inhoudelijk worden beoordeeld.
De uitkomst kan gevolgen hebben voor andere spelers die hun transactiegegevens bij online casino’s willen opvragen.