Kritiek op gokreclame: tijd voor een volledig verbod?
Vanaf 1 januari 2025 komt er strenger toezicht op goksponsoring. Toch klinkt er een roep om een volledig verbod. De Kansspelcommissie (KSC) maakte recent bekend dat zij strenger zal toezien op goksponsoring in de sport.
Vanaf volgend jaar mogen gokbedrijven geen reclame meer maken via achterdeurtjes, zoals sponsoring van foundations en verenigingen. Maar voor sommigen is dit niet genoeg. Professor Bram Constandt en postdoctoraal onderzoeker Steffi De Jans van de Universiteit Gent pleiten in een opiniestuk voor een totaalverbod op gokreclame.
Gokbedrijven proberen zichtbaar te blijven
Vanaf 2025 geldt er een verbod op bijna alle vormen van sportsponsoring door gokbedrijven. Toch proberen gokbedrijven al manieren te vinden om zichtbaar te blijven. Via hun eigen mediakanalen, vol sportnieuws en subtiele reclame, blijven ze aanwezig. Daarnaast werken ze samen met goededoelenstichtingen die vallen onder sportclubs.
Constandt noemt een voorbeeld: “Stel je voor dat een stichting voor kansarme jongeren gesponsord wordt door een gokbedrijf, terwijl een van de spelers daar al zijn geld verloren heeft. Dat is absurd. Zulke situaties ondermijnen het vertrouwen in de samenwerking met actoren uit de verslavingszorg.”
Een roep om striktere regels en een totaalverbod
Volgens Constandt en De Jans zijn de huidige regels niet voldoende om kwetsbare groepen te beschermen. “Er is steeds meer wetenschappelijke consensus over de noodzaak van een totaalverbod,” zegt Constandt. Toch is dat politiek lastig.
“Het huidige gedeeltelijke verbod is er gekomen door druk van de gokindustrie en tegenwerking uit politieke hoek. Wat wetenschappelijk wenselijk is, botst met wat politiek haalbaar lijkt.”
Wetgeving in België laat nog veel ruimte voor discussie
Eerder dit jaar werd een principieel verbod op gokreclame verankerd in de wet-Van Hecke. Hierin staat expliciet welke uitzonderingen nog mogelijk zijn. Alles wat daarbuiten valt, is verboden. Toch blijven er veel achterpoortjes bestaan, die critici zoals Constandt frustreren.
Hij benadrukt dat de economische argumenten tegen een totaalverbod vaak overdreven zijn.
“Critici zeggen dat een verbod de legale industrie zou doen instorten. Maar internationaal is daar geen bewijs voor. Sterker nog, onderzoek laat zien dat gokken de Britse economie jaarlijks 1,3 miljard pond kost. Reclame speelt hierin een grote rol.”
Wat betekent dit voor de toekomst van goksponsoring?
De Kansspelcommissie zet met de nieuwe regels al stappen richting strengere controles. Maar met het aanhoudende debat en groeiende wetenschappelijke steun voor een totaalverbod lijkt het onderwerp nog lang niet van tafel. Voorlopig blijft de spanning tussen economische belangen en bescherming van kwetsbare groepen centraal staan.