De RTBF onderzoekt: toelating van kansspelen ondanks verslaving, waarom?
Waarom blijft België online kansspelen toestaan terwijl sommigen er afhankelijk van worden? Deze vraag leidde tot een diepgaand onderzoek van de RTBF dat de politieke keuzes, de beperkingen van beschermingsmaatregelen en de paradoxen blootlegt van een sector die tegelijk winstgevend en gevaarlijk is.
Een burgerlijke vraag die tot een onderzoek werd
Alles begon met een vraag die door een kijker naar de RTBF werd gestuurd:
“Waarom laat België online kansspelen toe terwijl sommige mensen er verslaafd aan raken?”
De vraag, eenvoudig maar essentieel, bracht de redactie ertoe een onderzoek te voeren bij experts, instellingen en de Kansspelcommissie. Het onderzoek belicht de tegenstrijdigheden van een systeem dat, terwijl het spelers wil beschermen, toch een legale markt van meerdere miljarden euro’s blijft promoten.
Een politieke keuze: reguleren in plaats van verbieden
De Belgische autoriteiten leggen uit dat een totaalverbod op online kansspelen illusoir zou zijn. De Kansspelcommissie herinnert eraan dat, als men de markt volledig zou sluiten, de spelers hun toevlucht zouden nemen tot illegale websites, vaak in het buitenland gehost en oncontroleerbaar.
Door legale operatoren met een vergunning toe te laten, hoopt België de ontsporingen van de zwarte markt te beperken: fraude, witwassen, het ontbreken van spelersbescherming en aanzienlijke fiscale verliezen. Maar deze strategie roept een cruciale vraag op: hoe ver kan men gaan in het reguleren van een activiteit die uiteindelijk tot doel heeft steeds meer uitgaven te stimuleren?
De ingebouwde waarborgen
Om het risico op verslaving tegen te gaan, heeft België verschillende maatregelen ingevoerd die als veiligheidsnetten worden voorgesteld.
- Sinds 2022 zijn de stortingen beperkt tot 200 euro per week en per speler op de online platforms. Maar de RTBF onthult dat deze barrière te omzeilen is, onder meer door meerdere accounts aan te maken bij verschillende operatoren.
- Een ander instrument is het EPIS-bestand (Excluded Persons Information System), dat kwetsbare personen toelaat om hun vrijwillige uitsluiting van kansspelen aan te vragen. Vandaag staan er tienduizenden Belgen op deze lijst.
Wanneer de bescherming haar grenzen toont
Ondanks deze waarborgen blijft de doeltreffendheid van de maatregelen betwist. Reclame, die nog steeds ruim aanwezig is in de media en de sport, wordt met de vinger gewezen. Experts vrezen dat ze weddenschappen banaliseert bij een reeds kwetsbaar publiek, vooral jongeren. De Hoge Gezondheidsraad beveelt zelfs aan de wettelijke leeftijd voor deelname aan kansspelen op te trekken van 18 naar 21 jaar, een maatregel die tot debat leidt.
Achter deze tegenstrijdigheden blijft één feit overeind: de Staat haalt belangrijke inkomsten uit deze sector, via vergunningen en belastingen. Legaliseringsbeleid betekent ook het verzekeren van een niet te verwaarlozen fiscale stroom. Maar deze economische keuze staat onder spanning met de gezondheidsdoelstellingen.
En morgen?
Het onderzoek van de RTBF toont dat het debat verre van afgerond is. Verschillende pistes liggen op tafel: een totaalverbod op reclame, betere controle van de operatoren, versterking van het uitsluitingssysteem of nog meer sensibilisering van jongeren voor de gevaren van kansspelen en loot boxes die in sommige videospelen aanwezig zijn.
Eén ding is zeker: de vraag die door een gewone burger werd gesteld, legt een complex dilemma bloot tussen individuele vrijheid, bescherming van de volksgezondheid en economische belangen.