VNLOK en NOGA uiten zorgen over stijging van uitgaven bij illegale online casino’s

VNLOK en NOGA, twee belangrijke brancheverenigingen in de Nederlandse gokindustrie, maken zich zorgen. Uit een rapport van de Kansspelautoriteit (Ksa) blijkt dat spelers bij illegale online casino’s steeds meer geld uitgeven, ondanks dat het aantal spelers op deze sites is gedaald. Dit roept vragen op over de bescherming van kwetsbare groepen zoals jongeren en probleemspelers.

Uitgaven bij illegale casino’s stijgen, ondanks minder spelers

De Kansspelautoriteit publiceerde onlangs de marktscan van 2024, waaruit blijkt dat Nederlandse gokkers in 2023 gemiddeld € 272 per persoon uitgaven aan online kansspelen. Maar wat echt opviel in het rapport, was dat hoewel het aantal spelers bij illegale online casino’s daalde, de uitgaven bij deze platforms juist flink omhoog gingen.

Bovendien liet de monitoringsrapportage van de Ksa zien dat de legale online gokmarkt in de eerste helft van 2024 met 8% is gegroeid. De zogenaamde “kanalisatiegraad” – het percentage spelers dat via legale platforms speelt – steeg naar 95%. Maar het totale bedrag dat via legale platforms werd vergokt, daalde juist naar minder dan 87%. Dit betekent dat de mensen die op illegale sites spelen, daar veel meer geld uitgeven dan voorheen.

Zorgen bij VNLOK en NOGA

Helma Lodders, voorzitter van VNLOK, en Eric Konings, directeur van NOGA, lieten weten dat ze blij zijn dat veel mensen hun weg weten te vinden naar legale aanbieders. Maar tegelijkertijd baart het hen zorgen dat spelers die voor illegale casino’s kiezen, daar steeds meer geld kwijt raken. Dit doet hen twijfelen of kwetsbare groepen, zoals minderjarigen en probleemspelers, wel voldoende beschermd worden.

Lodders en Konings wijzen erop dat vooral jongeren en probleemspelers gevoelig zijn voor de aantrekkingskracht van illegale goksites. Uit onderzoek blijkt dat minderjarigen nog steeds zonder veel moeite kunnen spelen bij deze illegale aanbieders. 

“Deze mensen verdwijnen in de statistieken, terwijl ze juist de meeste bescherming nodig hebben.”

Meer toezicht nodig op illegale goksites

De brancheverenigingen VNLOK en NOGA benadrukken dat het cruciaal is om de ontwikkelingen op de illegale gokmarkt goed in de gaten te houden. Ze willen dat er meer toezicht komt, zodat er beter zicht komt op hoe groot de illegale gokmarkt eigenlijk is. Want zolang spelers ongecontroleerd hun gang kunnen gaan op deze platforms, blijven ze kwetsbaar voor financiële problemen en verslaving.

Meer bekendheid voor Loket Kansspel

In een gezamenlijke verklaring roepen VNLOK en NOGA ook op om meer bekendheid te geven aan Loket Kansspel, een instantie die hulp biedt aan mensen met gokproblemen. Uit cijfers van IPSOS blijkt dat maar liefst 79% van de gokkers nog nooit van Loket Kansspel heeft gehoord. En slechts 1% van hen heeft ooit contact gezocht met het Loket. Dat baart de brancheverenigingen zorgen.

Het aantal hulp- en informatiegesprekken is volgens de Ksa weliswaar afgenomen, maar het is onduidelijk of dit komt omdat minder mensen problemen ervaren, of omdat ze simpelweg niet weten waar ze hulp kunnen vinden. Lodders en Konings vinden dat hier actie op moet worden ondernomen. Ze willen daarom samenwerken met de Kansspelautoriteit en Loket Kansspel om ervoor te zorgen dat meer mensen de weg naar hulp weten te vinden.

Cruks moet verbeterd worden

Tot slot vinden VNLOK en NOGA dat er verbeteringen moeten komen in het systeem van Cruks, het Centraal Register Uitsluiting Kansspelen. Dit register zorgt ervoor dat mensen die problemen hebben met gokken, zichzelf kunnen laten uitsluiten van alle gokactiviteiten. De brancheverenigingen willen graag in gesprek met spelers die zich in Cruks hebben laten inschrijven en nu weer willen deelnemen aan online gokken, om te kijken of er aanvullende maatregelen nodig zijn.

Ook vinden ze dat het proces van onvrijwillige inschrijving in Cruks sneller moet verlopen. Op dit moment kan het soms maanden duren voordat iemand wordt ingeschreven. Daarnaast willen ze dat er onderzoek komt naar de vele afwijzingen van onvrijwillige inschrijvingen, zodat duidelijk wordt waarom deze aanvragen zo vaak worden afgekeurd.