14 % van de krantenwinkels verkopen loterijtickets aan minderjarigen
Een cijfer springt in het oog: één boekhandel op zeven in België verkoopt nog steeds loterijtickets aan minderjarigen. Dat blijkt uit een reeks controles die de Nationale Loterij in de eerste helft van 2025 heeft uitgevoerd.
Controles onder dekmantel
Om tot dat besluit te komen, heeft de Nationale Loterij een discrete maar bijzonder doeltreffende methode ingezet: de mystery shoppers. Deze jongeren, in opdracht van de organisatie, gaan anoniem langs in krantenwinkels en andere verkooppunten om de waakzaamheid van de handelaars te testen.
In 2025 werden op die manier bijna 800 zaken gecontroleerd. Resultaat: 114 van hen (14,23 %) hebben loterijproducten verkocht aan minderjarige klanten. Een aandeel dat weliswaar daalt, maar door de autoriteiten nog steeds zorgwekkend wordt genoemd.
Sancties die doorwegen
De inbreuken blijven niet onbestraft. Tijdens de eerste helft van 2025 werden al voor 21.800 euro aan boetes opgelegd aan overtreders. Elke sanctie varieert tussen 60 en 1.000 euro, afhankelijk van de ernst en van herhaling.
Opmerkelijk: gevallen van herhaling blijven marginaal. Sinds 2013 hebben slechts zes verkooppunten de grens van een derde overtreding overschreden. De meeste handelaars lijken dus de les te onthouden na een eerste sanctie.
Een constante controle
De Nationale Loterij organiseert ongeveer 1.600 controlebezoeken per jaar, verdeeld over vier campagnes. Deze systematische controles zorgen voor een zekere druk op de verkopers en maken een statistische opvolging van de evolutie van het fenomeen mogelijk.
De tendens, erkent de administratie, is eerder bemoedigend. Het percentage foutieve handelaars neemt de laatste jaren geleidelijk af. Maar nul risico blijft een illusie.
Een strijd die nog lang niet gestreden is
Ook al neemt het aantal inbreuken af, het fenomeen blijft hardnekkig. Meer dan honderd zaken die in zes maanden tijd in de fout gingen: dat is een realiteit die tot nadenken stemt. De Nationale Loterij, de autoriteiten en de preventieverenigingen weten dat er nog tijd nodig zal zijn voordat deze praktijken volledig verdwijnen.